Asperges met Beaujolaissaus
home > asperges > Asperges met Beaujolaissaus
Hak de sjalotten fijn.
Laat in een kleine steelpan de port en de Beaujolais met de sjalotten ± 10
minuten zachtjes koken tot de massa is gebonden.
Neem deze gereduceerde saus van het vuur en laat haar iets afkoelen.
Zet de pan weer op het vuur en verwarm de saus zachtjes.
Roer de rode wijn er met een garde door; de dikke saus komt daardoor langzaam
van de pan los.
Snijd de koude boter in stukjes en klop ze met de garde door de saus.
Breng de saus op smaak met zout en zet haar opzij.
Schil de asperges goed met een dunschiller.
Breng in een ruime pan ± 2 liter water met het citroensap, zout, de suiker en
het witbrood aan de kook, leg de asperges in het kokende water en kook ze,
afhankelijk van de dikte, in 8-10 minuten gaar.
Klop de slagroom halfstijf.
Schep de asperges met een schuimspaan uit de pan, leg ze op een theedoek,
laat ze uitlekken en snijd ze in 4 cm lange stukjes.
Verwarm de saus nog eens voorzichtig en schep haar op de voorverwarmde borden.
Giet de slagroom als een cirkel in de saus en trek er met behulp van een vork
een patroon in.
Schik de asperges in het midden.
Tips: Koop liefst binnenlandse asperges, uit Limburg of de Achterhoek; deze
hoeven niet over grote afstanden te worden vervoerd. Ze zijn van april tot
eind juni te koop. Let erop, dat de uiteinden van de stengels niet zijn
uitgedroogd, ze moeten zo vers mogelijk gestoken zijn.
Schil de asperges vanaf de punt naar beneden en verwijder de houtige
uiteinden. Kook de asperges liefst in hun geheel; snijd ze voor soepen en
salades daarna in stukjes.
Doe bij het koken een sneetje witbrood in het kookvocht, dit neemt eventuele
bittere stoffen op.
Let erop, dat de asperges niet te gaar worden, ze moeten nog wel ‘beet’
hebben.
Breng de saus zorgvuldig op smaak, zout en zuur moeten goed in harmonie zijn.
Ingrediënten voor 4 personen
600 g witte asperges
het sap van ½ citroen
zout
een snufje suiker
1 sneetje witbrood
Voor de saus:
4 sjalotjes
1/8 liter rode port
3 dl Beaujolais
1 eetlepel droge rode wijn
125 g koude boter
zout
1 dl slagroom